4. E. EMPATHIE VOOR HEDENDAAGSE KUNST
“Vanuit museumstudies wordt wel steeds meer gekeken naar de ervaring van de toeschouwer, of in hun geval specifiek de bezoekers. Maar vooral vanuit de psychologie wordt er systematisch gekeken naar de ervaring van de toeschouwer, tot het punt dat er zelfs de subdiscipline genaamd empirische esthetiek is ontstaan, waarin men probeert de kunstzinnige ervaring vanuit de psychologie te beschrijven”.[236]
De ervaring die de toeschouwer heeft in het
ontmoeten van een kunstwerk is ruimer dan het aanspreken van het gevoel en een
rationele benadering. Het ontstaat uit de som van beide. Het veronderstelt een
open ingesteldheid om de belevingswereld van het kunstwerk te willen ‘bekijken
en bevragen’. Empathie is binnen deze context onlosmakelijk verbonden met het
psychologisch aspect van de esthetische ervaring.
Ieder mens start op basis van eigen ervaringen
en motieven. Het empathisch benaderen wordt des te waardevoller naarmate je als
toeschouwer de ontmoeting met een meer open houding aangaat en zo bewust
mogelijk waarneemt.
In een recent onderzoek met een aantal case
studies geeft Gokcigdem “een momentopname van hoe empathie momenteel wordt
gebruikt in verschillende musea: als een educatief hulpmiddel voor het
vertellen van verhalen, in functie van publieksonderzoek, ervaringsleren,
tentoonstellingsontwerp, creatieve gemeenschapspartnerschappen, educatieve en
openbare programma's, of door de keuze van een curatoriële stem, of voor
platforms die buiten de muren van het museum werkzaam zijn.” Deze benadering is
“geworteld in de theorie van emotionele intelligentie, die 4 fundamentele
emotie-vaardigheden definieert: nauwkeurig waarnemen van emoties bij jezelf en
anderen, emoties gebruiken om het denken en het oplossen van problemen te
vergemakkelijken, emoties begrijpen en emoties reguleren. Empathie kan het
eenvoudigst worden gedefinieerd als 'de verhoogde gevoeligheid voor het
emotioneel ervaren van een ander'. Na 5 decennia van onderzoek zijn psychologen
het erover eens dat empathie zowel een emotionele als een cognitieve component
omvat.” “Musea en empathie zijn een krachtige combinatie die iedereen, ongeacht
leeftijd of achtergrond, transformerende ervaringen kan bieden op gebied van
dialoog, ontdekking, begrip en contemplatie.” “Empathie is niet alleen hoe we
ons instinctief met anderen verbinden via onze spiegelneuronen, maar ook hoe we
de complexe en onderling afhankelijke aard van ons bestaan begrijpen. In wezen stelt empathie ons in staat
om het perspectief van een ander te begrijpen.” “Er is
de afgelopen decennia veel geschreven over empathie, waarbij de veelzijdige
aard en de implicaties ervan voor persoonlijke, maatschappelijke of economische
ontwikkeling en innovatie zijn onderzocht”.[237]
Maar van zodra de
nadruk op een bepaalde zienswijze wordt gelegd, krijg je mensen die de puntjes
op de i willen zetten. In dit geval is het een psycholoog. Hij “neemt een
tegengesteld standpunt in. Hij pleit tegen een sentimentalisering van
'empathie' en stelt dat: 'de daad van voelen wat je denkt dat anderen voelen -
hoe je dit ook wilt noemen - verschilt van medelevend zijn, van vriendelijk
zijn, en het meest van al van goed zijn “.[238]
Hij zal vermoedelijk niet de enige zijn die zo reageert. Daarom is het goed om
even stil te staan bij het begrip empathie. Dat kan namelijk op verschillende
manieren geïnterpreteerd worden: “weten wat iemand voelt, zich voelen zoals die
persoon zich voelt, en voelen voor die persoon. Onderzoek heeft aangetoond dat
bij die drie ook verschillende hersencircuits betrokken zijn. [...] Het eerste
(weten wat iemand voelt) hoort bij wat nu ‘Theory of Mind’ genoemd wordt. Het
is het vermogen om het perspectief van de ander te zien en te beseffen dat de
ander andere gevoelens, gedachten en behoeften heeft dan jij.” Deze invalshoek
komt overeen met mededogen, compassie. De andere interpretaties van empathie
gaan uit van een ander standpunt. Het “mee-voelen onderscheidt zich van
mededogen (in het Engels compassion, in het Nederlands soms ook vertaald als
compassie). Niet dat er in mededogen geen mee-voelen zit, maar de focus wordt
er verlegd van mee-voelen naar voelen voor. [...] Mee-voelen leidt niet altijd
tot mededogen en grotere betrokkenheid. Integendeel, het is vaak de reden
waarom mensen afhaken. [...] Een ander problematisch aspect van mee-voelen is
dat het bijzonder selectief is. [...] Mee-voelen is een emotie waar we vaak
heel bewust mee gemanipuleerd worden. De entertainment waarde van de foto van
een kind dat dood aanspoelt is gigantisch. Naar al die andere dode kinderen
kraait geen haan. [...] Zo worden we onmerkbaar gemanipuleerd om met de ene
groep mee te voelen en de anderen niet als mensen te zien. [...] Mededogen is
niet vrijblijvend. Het roept op tot aanwezigheid en tot actie. Anders dan een
passief mee-voelen is mededogen een actief tegemoet treden”.[239]
Sontag betoogt in haar essay ‘Against Interpretation’ vanuit haar perspectief tegen “de overgrote nadruk op het begrip ‘inhoud’ door de eeuwigdurende onuitputtelijke bezigheid die wij interpretatie noemen. Hierdoor wordt het kunstwerk al benaderd met het idee dat er zoiets als inhoud van een kunstwerk bestaat en dus met het idee om die inhoud, de bedoeling of het idee eruit te halen, te interpreteren: te vertalen. De inhoud wordt tot iets wezenlijks en de vorm tot iets bijkomstig gemaakt”.[240]
“Hooper-Greenhill
merkt op dat het door 'geïntegreerde interpretatie is dat objecten zinvol
worden'. Objecten worden geïnterpreteerd door middel van een 'lezing' met
behulp van de blik, gecombineerd met een bredere zintuiglijke ervaring met
stilzwijgende kennis en verwerkte reacties”.[241] “We ervaren ons lichaam -
en de wereld - via onze 'zintuigen'. En ons 'sensorium' is een holistische
constructie: elk zintuig werkt met de andere”.[242] Door een empathische houding aan te nemen, verhogen we de emotionele
intelligentie. “De esthetische ervaring maakt bij mensen (idealiter tenminste)
‘dingen’ los, die via andere weg niet te raken zijn.” [243]
Montaigne schrijft over een gelijkwaardige ervaring bij het drinken van wijn. “Om je een oordeel over wijn te vormen is namelijk ervaring in dubbele zin nodig: de onmiddellijke zintuiglijke ervaring van deze wijn, die ik op dit moment voor me heb, maar eveneens de ervaring die ik meedraag, die wordt gevormd door hetgeen ik in het verleden ervaren heb”.[244]
Empathie is iets
dat we van nature bezitten, in meer of mindere mate. Het is iets waarin we ons
kunnen bekwamen. “Het cultiveren van zowel empathie als van de bijhorende kijk
op de wereld is geen aan-uitschakelaar. Het is een reis - individueel,
institutioneel en cultureel”.[245]
Want dit is “een
wezenlijk blinde vlek in de academische cultuur maar ook daarbuiten: de
ervaring - zintuiglijk, meta-zintuiglijk, spiritueel, lichamelijk - bezit een
enorm potentieel, dat geen tekst of vertoog kan vervangen”.[246]
[239]
[240]