4. D. DE IMPACT VAN NON-VERBALE COMMUNICATIE OP BETEKENISGEVEN, BEGRIJPEN

“Met non-verbale communicatie bedoelt men elke vorm van uitwisseling van boodschappen tussen mensen of levende wezens via niet-talige signalen of tekens: 'zonder woorden'. Non-verbale communicatie is een ruimer begrip dan non-verbaal gedrag of lichaamstaal in engere zin, waar het meestal toe gereduceerd wordt. Zo is er ook communicatie zonder lichaamstaal en zonder woorden, maar met bijvoorbeeld tekens of symbolen“.[223] Een hedendaags beeldend kunstwerk is een ‘teken’, namelijk een object dat door zijn verschijningsvorm op non-verbale wijze communiceert. De uitstraling van zijn vorm, kleur, dynamiek, grootte etc ervaart de toeschouwer woordloos.

 

“Het is bekend dat we allen gevoelig zijn voor de non-verbale signalen die anderen uitzenden. Dikwijls zijn we ons echter maar weinig bewust van de signalen die we uitzenden, noch van datgene dat non-verbaal naar ons toekomt. Opvoeding en onderwijs hebben weinig gedaan om ons gevoelig te maken voor deze vorm van communicatie in onszelf en tussen ons en anderen. [...] We verstaan ze niet gemakkelijk en weten er moeilijk mee om te gaan. [...] We hebben eerder een anti-opvoeding gehad, die ons ertoe brengt geen acht te slaan op ons lichaam”.[224]

“Het westerse cultuurpatroon heeft lang het primaat van de geest eenzijdig beklemtoond. Dit heeft onvermijdelijk geleid naar een sterke onderwaardering van de lichamelijkheid. Wetenschappelijk, filosofisch en therapeutisch gezien heeft non-verbale communicatie misschien een duidelijke plaats gekregen, maar in de concrete werkelijkheid van het dagelijkse leven blijft het een ondergeschoven aspect. Door de eeuwenlange overheersende aandacht voor de 'geest', de ratio, heeft de mens verleerd te luisteren naar de lichaamstaal. Het feit dat het begrip 'non-verbale' communicatie überhaupt bestaat, geeft eigenlijk al aan dat dit klaarblijkelijk niet automatisch onder het begrip 'communicatie' valt”.[225]

 

“In de taal van non-verbale communicatie zijn ontvangen en decoderen synoniem”.[226]

Het non-verbale gedrag wordt gevoed door onze ‘humuslaag’. Dat is onze ervaringswereld, opgebouwd uit de specifieke aard, aangeboren emoties, cultuurspecifieke gedragsregels, persoonlijke ervaringen.

De non-verbale inbreng maakt de ervaring net uniek. Vanuit de eigen ervaringswereld kijken mensen verschillend. Ze merken andere dingen op, leggen andere verbanden. Mensen nemen graag deel aan een wereld “waarin al onze unieke en individuele ervaringen constant in het spel zijn.” Daarbij horen “ook 'fantasieprikkelende dingen'; dingen raden, dingen verzinnen en dingen suggereren die gebaseerd kunnen zijn op de waargenomen uiterlijke verschijningsvorm van een object, gelinkt aan een context en een emotioneel aspect. Emotionele dingen hebben betrekking op een primaire, onmiddellijke, onbelemmerde of instinctieve reactie op iets. Ze zijn verbonden met herinneringen, met identiteitsvragen, maar ook met moeilijk te verwoorden aspecten”.[227]

 

”Om een kunstwerk esthetisch te leren kennen, moet gevoel met weten worden versmolten. Gevoel is nodig en essentieel. Gevoel is ongetwijfeld subjectief en privé. Maar dat geldt ook voor kennen, kijken vanuit een bepaald gezichtspunt. Het voelen versmolten met kennen is een holistische act van begrijpen. Ze zijn altijd samen aanwezig, maar soms is de ene sterker aanwezig of valt die meer op dan de andere”.[228]

De “basiscomponenten van ervaringen worden lichamelijke – zintuiglijke – gewaarwordingen, gedachten en gevoelens genoemd. [...] Van de zintuigen is de visuele waarneming vanzelfsprekend erg belangrijk bij beeldende kunst. [...] Om de receptieve ervaring te kunnen delen zal de ervaring meestal in woorden worden gevat. Er wordt gezocht naar woorden om de ervaring te kunnen ‘vangen’. Een denkproces komt op gang. Dit denkproces, de reflectie op de ervaring, wordt beschreven als een moment waarop ‘afstand genomen wordt van het directe gebeuren’“.[229] Maar “taal is ontoereikend en artificieel, omdat taal woord per woord moet worden uitgesproken en een samenhang moet vertonen. In het direct ervaren vindt het allemaal ondeelbaar, samen plaats”.[230] Taal is een lineair gebeuren, met een beperkte woordenschat en niet genoeg nuances om te vertalen wat ervaren wordt. Wat je opneemt lijkt eerder op een dynamische beeldwolk vol complexe verbanden. Het non-verbale is rijker. Wat je non-verbaal ervaart kan je niet zomaar in woorden omzetten. Omgekeerd is een talige overdracht van informatie over een kunstwerk ook altijd beperkt; het vat nooit alle associaties, connotaties, impressies die een directe non-verbale ervaring biedt.

Pirandello verwoordt het mooi “in zijn toneelstuk '6 personages op zoek naar een auteur’: 'wij hebben allemaal een wereld in ons, ieder zijn eigen wereld. En hoe kunnen wij elkaar begrijpen, dames en heren, als ik in de woorden die ik uitspreek het begrip en de waarde leg van de wereld die in mij is, terwijl degene die luistert er onvermijdelijk het begrip en de waarde in legt van de wereld die hij in zich heeft? Wij denken dat wij elkaar begrijpen, wij begrijpen elkaar nooit”.[231]

“Er is niet per se een 'boodschap' die 'terug' kan worden vertaald in woorden, omdat de kunst mogelijk nooit geworteld is geweest in woorden, maar in gevoelens, emoties, verkenningen, onderzoeken, op individueel, collectief of kosmisch niveau. Maar zelfs als het materiaal niet gebaseerd is op een 'vorm' die verwijst naar een 'inhoud', sluit dit een interpretatie niet uit en belet het ons niet om toegang te krijgen tot het materiaal en de 'wereld' waarnaar het verwijst”.[232]

 

Het ontmoeten van een hedendaags beeldend kunstwerk is een complex gebeuren. “Wanneer we met een kunstwerk worden geconfronteerd zorgen onze vooroordelen ervoor dat we meteen bij het begin van de ervaring al anticiperen op de betekenis van het werk. Die betekenisverwachting hoeft echter niet door alle details van het werk bevestigd te worden en dan confronteert het werk ons met onze vooroordelen”.[233] Het is de ervaringswereld en persoonlijke aard van de toeschouwer die het ontmoeten op dat moment stuurt.

“Gevoel en non-verbale emoties liggen aan de basis liggen van kunst”. [234] Niet enkel aan de kant van de maker, maar ook aan die van de toeschouwer.

Als je de ontmoeting tussen een toeschouwer met nood aan info en een onbekend hedendaags kunstwerk zou opdelen, kan je 2 fasen onderscheiden. In beide fasen heeft het non-verbale een belangrijke rol. Op het moment dat de kennismaking gaat plaatsvinden is er een intuïtief, spontaan, gevoelsmatig ervaren, net als bij het ontmoeten van mensen of het inschatten van situaties.  Dat verloopt non-verbaal en grotendeels onbewust. Vanuit dat moment ontplooit het ontmoeten. De communicatie schakelt dan het rationele bij in. Dan begint het meestal stroever te lopen: er is nog steeds een non-verbale uitwisseling en de mogelijkheid om spontaan te reageren. Maar bij gebrek aan durf, vertrouwen, valse schaamte etc hapert het kennismaken. Tijdens deze fase ervaren toeschouwers nood aan intellectuele informatie (bordjes, zaalteksten, gidsen etc). Als het spontane eerste moment al in het negatieve komt omdat er geen 'aantoetsing' is, zal er bijna 100% zeker geen verdere communicatie volgen. 

Dit is een fenomeen dat ook in dagelijks leven plaatsvindt als je uit je comfortzone komt of voor een onbekende persoon, situatie staat. Dat is op zich goed noch slecht. Belangrijk is bewust te zijn van dit non-verbale signaal.

 

Het verbale staat niet los van het non-verbale. Op het moment dat mensen proberen betekenis te geven aan wat de kunstenaar bewust en onbewust in het kunstwerk heeft gelegd, komen beide op gang. Gesprekken die gebaseerd zijn op de persoonlijke ervaring geven het verwoordde net zijn authentiek karakter. Het wordt gevoed door de innerlijke wereld van de toeschouwer.

Er zijn studies gedaan naar de invloed van gender, leeftijd en cultuur op het meer of minder accuraat lezen van non-verbale signalen. “Het vermogen om zowel spontane als gemaakte non-verbale berichten te ontvangen en te verzenden, ontwikkelt zich gedurende het hele leven en via meerdere kanalen. Ontvangen en verzenden en hun ontwikkelingsproces lijken verband te houden met temperament, geslacht, gezinssocialisatie en culturele waarden en normen. Ze variëren ook aanzienlijk naargelang context en relatie, en voorspellen een aantal belangrijke sociaal-emotionele reacties”.[235]


________________________________
[223] definitie non-verbale communicatie (bron: wikipedia)
[224] (Siegers, 2012, p. 410)
[225] (Sila, 2007-22, p. 1)
[226] (Halberstadt, A. G.; Parker, A. E.; Castro, V. L.;, 2013, p. 94)
[227] (Woodall, 2016, pp. 184, 187)
[228] (Reid, 1981, p. 32)
[229] (Sam, 2015, pp. 21, 23)
[230] (Reid, 1981, p. 32)
[231] (Moeyaert, 2016, p. L10)
[232] (Christensen, 2013, p. 4)
[233] (van Gerwen, 2001, p. 1)
[234] (Christensen, 2013, p. 1) vrij geciteerd
[235] (Halberstadt, A. G.; Parker, A. E.; Castro, V. L.;, 2013, p. 93)